Arti haak dalam Kamus Belanda-Indonesia

Berikut ini adalah penjelasan tentang haak dalam Kamus Belanda-Indonesia

haak: cantol; cantolan; gaet; gantungan; kait; kaitan; pengait; sangkut; susuh

Lihat juga

haakhaak voor kledinghaakjehaakjeshaanhaan van geweerhaarhaar hebbenhaar knippenhaar met een scheiding

aakaanspraakafbraakafspraakbeeldspraakbittere noodzaakbittere smaakblokhaakbovenkaakbrandblaren veroorzaken{oorzaak}